De citroenhaai (Negaprion brevirostris)
De citroenhaai dankt zijn naam aan de geelbruine kleur van de huid. Verder is de soort makkelijk te herkennen aan de grootte van de tweede rugvin, die, in tegenstelling tot veel andere haaiensoorten bijna even groot is als de eerste rugvin. Ooit was de citroenhaai een van de meest voorkomende soort aan beide kanten van de Atlantische Oceaan, maar de dichtheid van deze soort is in West-Afrika sterk afgenomen. Gelukkig lijkt het met het aantal in de westelijke Atlantische Oceaan beter te gaan. In de Cariben wordt praktisch niet gericht gevist op de citroenhaai, maar er worden er wel veel gevangen in de Amerikaanse sportvisserij. De grootste bedreiging voor deze soort is de verwoesting van essentiële leefgebieden zoals mangroves en ondiepe riffen. Omdat de status van hun populaties grotendeels onbekend is, staat de citroenhaai momenteel op de IUCN Rode Lijst als Nagenoeg Bedreigd met uitsterven.
Overal waar hij voorkomt, van de oostkust van de Verenigde Staten tot aan Brazilië, worden citroenhaaien vooral waargenomen in de buurt van het wateroppervlak tot aan dieptes van maximaal 92 meter. Zij houden van ondiepe, tropische kustwateren, waar je ze meestal tegenkomt in de buurt van koraalriffen, op zandbodems of in ondiepe gebieden met mangroves. Vooral jonge citroenhaaien worden vaak in verband gebracht met mangroves, omdat hier genoeg voedsel aanwezig is. Het ondiepe water beschermt hen ook tegen andere grotere haaien, die nogal eens kannibalistisch kunnen zijn. Normaal bestaat het dieet van citroenhaaien voornamelijk uit beenvissen, aangevuld door schaal- en weekdieren.
De zogenaamde sikkelvin-citroenhaai (Negaprion acutidens) is nauw verwant aan de citroenhaai en heeft veel gelijkenis qua uiterlijk en het type leefomgeving. Maar deze komt alleen voor in de Indische en Grote Oceaan, terwijl de “gewone” citroenhaai enkel voorkomt in de Atlantische Oceaan en het oosten van de Grote Oceaan. In de wateren van de Nederlands-Caribische eilanden is de soort waargenomen op Aruba, Curaçao en Sint Maarten. En sinds twee jaar worden er ook waarnemingen gedocumenteerd op Sint Eustatius.
Bij de geboorte zijn citroenhaaien 60-65 cm groot en kunnen dan uitgroeien tot een maximum lengte van 340 cm. De citroenhaai is levendbarend en vrouwtjes hebben meestal 4-17 pups in hun baarmoeder. Mannetjes worden geslachtsrijp bij een lengte van ongeveer 224 cm. en de vrouwtjes bij een lengte van ongeveer 239 cm., wat overeenkomst met een leeftijd van respectievelijk 11,6 en 12,7 jaar. De maximum leeftijd voor deze soort is 27 jaar en dat maakt het officieel soort een langzaam groeiende en langlevende vissoort.
Iets wat uitgebreid wordt bestudeerd aan citroenhaaien is de aanwezigheid van persoonlijkheden en het aanleren van bepaald gedrag. Het blijkt dat citroenhaaien erg sociale dieren zijn en dat hun gedrag veel complexer is dan voorheen werd aangenomen. Deze kennis geeft inzicht in veel andere biologische aspecten van de soort, aangezien sociaal gedrag invloed kan hebben op de groei van dieren, hun overleving en hun vermogen om mensen te ontwijken. Dit is belangrijke informatie om te hebben, vooral voor het beheer en de bescherming van de haai.
Weetje over de citroenhaai!
Jonge citroenhaaitjes zwemmen constant rond in een klein gebied van minder dan 1,5 km2. De grootte van dit gebied neemt toe naarmate de haaitjes ouder en groter worden. Dit is overigens niet alleen waar voor citroenhaaien; uit wetenschappelijke studies blijkt dat dit ook voor andere haaiensoorten geldt.
IUCN REDLIST STATUS: